Richting Grimaudier

Het kan niet op: we hebben alweer zo’n zonnige dag te pakken. Net als afgelopen dagen is het in het begin van de ochtend nog wat frisjes maar zo vanaf tien uur is er genoeg zon en blauwe lucht om nog lekker even op pad te gaan. Op een enkel schaduwplekje na waar nog wat wits ligt, is de sneeuw van een tijdje geleden helemaal verdwenen.

Op onze wandeltocht komen we langs Grimaudier, een gehucht van maar een paar huizen maar dat in onze Franse beginperiode nog een houtgestookte broodoven kende waarin van die mooie ambachtelijke broden werden gebakken met daarnaast een gezellige auberge waar je heerlijk kon eten. Geen culinaire hoogstandjes maar gewoon eerlijk Ardéchois eten. 

Helaas, alweer verleden tijd. Geen pain au feu de bois meer te koop en geen auberge meer om een hapje te eten.

Even een kijkje op de cour, de binnenplaats van de oude auberge.

Het ziet er nu allemaal wat gelikter uit dan vroeger. De oude houtgestookte broodoven bevond zich destijds in het gedeelte tussen het woonhuis en de open schuur in en de auberge zat helemaal in het achterste huis.

Aan de bordjes te zien die aan het begin van de oprit hangen, is de boel nu verbouwd tot gîtes en table d’hôtes. 

Verder lopend komen we langs deze kunstzinnige tuin. De schommelende dame van metaal vonden we wel heel fraai en ook die zon was leuk gemaakt. We zetten deze tuin op ons lijstje om straks in de zomer nog eens langs te gaan. Eens kijken of er dan misschien weer wat kunstzinnige objecten bij zijn gekomen. 

En dan komen we langs deze paal. Iedere keer kijken we of de schoen er nog steeds aan hangt en ja hoor, hij hangt hier nog steeds te bungelen. Het moet toch wel om echte kwaliteit gaan: in februari 2016 hing die er namelijk ook al!

Voordat we weer op onze berg aankomen, pakken we nog wat laatste zonnestraaltjes. Benieuwd of we die stralen door de bomen zo op de foto konden krijgen maar we zijn niet ontevreden!

Een zondags bezoekje

Gisteren zijn we een dagje op bezoek geweest bij vrienden, die zo’n veertig kilometer verderop wonen. Ik heb er wel eens vaker over verteld. Zodra we weten dat ze weer zijn neergestreken op hun ‘nest’ maken we altijd een afspraak om elkaar eventjes te zien en bij te praten. Nu ja, dat eventjes moet je met een flinke korrel zout nemen; we hadden bijna onze slaapzak mee kunnen brengen! 

Mooi verdeeld zo: de mannen gaan klussen en de vrouwen gaan ‘de hort op’.

Marthy had een mooie en afwisselende wandeltocht uitgestippeld die ons over smalle paadjes door kastanjebossen leidde, over rustieke stenen bruggetjes en langs kleine gehuchtjes.

En altijd mooie vergezichten.

Hoeveel van dit soort stenen bruggetjes zouden er wel niet zijn in Frankrijk!

Soms een flinke stijging op rotsachtige paadjes, waar een geit of schaap zonder moeite omhoog zou rennen maar waar wij voor een iets rustiger tempo kozen. Even later weer afdalend via soms nog wat besneeuwde hellingen. Er is vorige week in deze omgeving duidelijk wat meer sneeuw gevallen dan bij ons en de stukken die in de schaduw liggen en amper een zonnestraaltje vangen zien er nog steeds wit uit. 

Besneeuwde paadjes. Marthy staat op deze foto in een bekende houding: muisstil en met haar fototoestel in de aanslag om mooie plaatjes te schieten. Klik hier maar even op en dan zie je de foto’s die zij van onze tocht heeft genomen.

We klimmen naar Issamoulenc waar je al van verre het kerkje ziet liggen. Ik geloof dat dit hameau, naast dit kerkje, alleen maar uit een enkel huis, een boerderij, wat schuren en een begraafplaats bestaat. Er zijn hier meer schapen dan inwoners!

Geen bang uitgevallen schapen maar duidelijk nieuwsgierige aagjes.

Die kleine kerkjes zijn altijd erg uitnodigend om even de binnenkant ervan te bekijken. Meest van tijd is de deur niet op slot en kun je zo naar binnen stappen.

Na een tocht van zo’n drieënhalf uur is het weer goed thuiskomen. De mannen hebben hard gewerkt en mogen trots zijn op hun gestapel; de muur is weer een stuk hoger geworden. Het komt wel goed met die ingestorte muur!

Marthy zet een lekkere maaltijd op tafel, Mart schenkt er een mooi glas wijn bij en dan is het heerlijk bijkomen na zo’n buitendag! 

De oostpunt van Madeira

Op een van de laatste dagen van onze vakantie hebben we het meest oostelijke stukje van Madeira bezocht, het schiereiland São Lourenço. Er loopt hier een hele mooie wandeling die voor een groot gedeelte de kustlijn volgt.

Het is weer een heel ander stukje Madeira dan het vriendelijke zuiden, de ruigere noordkant of de groene bergen in het centrale gedeelte van het eiland.

Je wandelt er door een wat kaal vulkanisch landschap met grillig gevormde rotsen en steile kliffen waarin je meest mooie kleuren ziet en waarvan je een fantastisch weids uitzicht op de zee hebt.

Op bovenstaande foto zie je de oceaan zowel aan de ene als ook aan de andere kant.

De wandeling is niet echt moeilijk maar heeft wel wat pittige stukken. Vaak via uitgehouwen traptreden of gewoon wat rotsblokken maar ook over kleine stenige paadjes waarbij je goed moet uitkijken dat je niet over een flinke kei struikelt.

Veel mensen stoppen al bij ‘Casa do Sardinha’, een bezoekerscentrum annex restaurant maar het is echt de moeite waard om nog even wat verder omhoog te gaan.

Aan het begin van deze laatste etappe staat een bord dat waarschuwt dat je geheel op eigen risico verder gaat maar we zagen een hoop wandelaars die kant oplopen dus zijn we er maar achteraan gegaan.

Het allerlaatste stuk omhoog waarbij je uiteindelijk bij Ponta do Furado uitkomt, het verste punt waar we konden komen, kostte wel wat zweetdruppeltjes maar daar eenmaal bovenop aangekomen, had je wel een machtig uitzicht.

Hier stopte de wandeling. Je zou toch denken als je zo naar de foto hierboven kijkt, dat je nog wat verder kunt lopen naar dat groene stuk maar helaas…….we hebben over het randje gekeken maar er zat een brede strook water tussen.

En nog een Levada wandeling

Nadat we de vorige Levada wandeling hadden gedaan, schreef ik al dat dit naar meer smaakte. We hebben er dus weer eentje gelopen.

Dit keer gingen we voor de Levada Nova in combinatie met de Levada Moinho. De meeste mensen beginnen deze wandeling vanaf de parkeerplaats bij de kerk waar zich de lager gelegen Levada do Moinho bevindt om daarna via een steile trap de hogere Levada Nova te pakken. Helaas raakten we al rijdend door die smalle en steile weggetjes even de kluts kwijt en toen we die weer hadden gevonden stonden we stil bij een bord waar de Levada Nova begon. Ach, flexibel als we zijn lopen we gewoon de tocht maar andersom!

Het was een makkelijke rondwandeling die dit keer wat minder groen was dan de vorige Levada wandeling en ook wat meer vergezichten had.

Een paar regendrupjes onderweg, wat zon erbij en we hadden een mooie regenboog te pakken!

Ook deze tocht had weer een mooie waterval. Dit keer geen nat pak want het water stortte nèt langs het pad naar beneden. Je liep eigenlijk achter de waterval langs.

Tijdens de tocht wandelden we weer voor een groot gedeelte over muurtjes, afgewisseld met smalle paadjes die wel uit de steile rotswand leken te zijn uitgehakt maar gelukkig ook met wat bredere paden waar je op een normale manier elkaar kon passeren zonder dat je je buik hoefde in te houden.

Meest van tijd waren die paadjes voorzien van een omheining maar er zaten toch ook wel stukken bij waarbij je langs een hele steile helling liep en waar helaas geen hek of draad of wat dan ook te bekennen was. Keek je even opzij naar beneden dan was die diepte soms dieper dan je eigenlijk wilde! We kwamen onderweg dan ook wel wat griezelende wandelaars tegen.

Een metalen schuif in de levada die hier het water tegenhoudt. Schuif je ‘m omhoog dan worden de onderliggende akkertjes voorzien van water.

Hier geen metalen schuif maar gewoon een dot oude kleren of lakens die in de opening is gepropt.  

Levada wandeling

Had je het vroeger over Madeira, dan begon men altijd dat liedje van Ted de Braak te zingen: ‘een glaasje madeira, my dear’. Heb je het nu over Madeira, dan wordt gelijk ‘bloemeneiland’ genoemd. Zelfs in dit winterseizoen kun je nog genieten van diverse bloeiende planten en struiken. Kun je nagaan hoe het hier zal zijn als je er in het voorjaar bent of in de zomer! Ook de ‘levadas’ worden direct genoemd. Zelf kan ik er trouwens ook nog eentje verzinnen: het eiland van de vele tunnels! Vandaag hebben we een stukje van het eiland per auto verkend en zijn we door 53 tunnels gereden! De een nog langer dan de ander en in sommige tunnels had men zelfs een afslag aangebracht.

Oké, terug naar de levadas. Levadas zijn irrigatiekanaaltjes die al heel lang geleden zijn aangelegd en het water uit het noorden, over en door de bergen naar het droge zuiden voeren om daar de akkers te bevloeien. Naast zulke irrigatiekanaaltjes lopen paadjes, waar je de meest mooie wandelingen kunt maken.

Wij hebben gisteren ook zo’n wandeling langs een levada gemaakt: de Levada do Caldeirão Verde. Nu, verde was die zeker. Op sommige stukken leek het wel alsof je dwars door een tropisch regenwoud liep.

Hieronder een impressie: veel groen, veel tunnels en veel watervallen.

Zo’n wandeling smaakt naar meer, hoor!

Lenteachtig

We hadden ons gisteren al voorgenomen om vandaag een flinke wandeling te gaan maken. Zie het maar als een soort van boetedoening voor de twee Kerstdagen waarop je net wat meer eet en snoept dan op andere dagen.

Precies een mooie dag hebben we uitgezocht voor onze tocht. Blauwe lucht, een zonnetje en geen wind. Onderweg zagen we zelfs al wat wielrenners en een jogger met blote benen voorbij komen! Straks zal het mooie weer vast wel omslaan maar deze dag hebben we lekker binnen. Zoals een tegemoet komende wandelaar ons vrolijk toesprak: “Quelle belle journée pour une promenade, on se sent déjà au printemps!”

Een fris rondje

De temperaturen gaan hier komende tijd flink omlaag. Ook voor vandaag staat er een fris dagje aangekondigd en komt de temperatuur maar amper boven het vriespunt uit. Maar met een mooi zonnetje erbij, een prima wandeldagje. Le météo heeft het vanmorgen, ondanks die zon, over een gevoelstemperatuur van – 11 dus dikke jas en wanten aan en lopen maar!

Vanaf onze berg naar de brievenbus in Cluac, waar de klep van de bus bijna dichtgevroren is en via het kastanjepad (voor de insiders het ‘Keizerpad’!) naar Saint Basile en via de andere kant weer terug.

Onderweg zien we deze ijspegels aan een rotsblok. Ze hangen in de zon dus ze beginnen al wat te smelten. Wij tijdens het wandelen ook bijna! De jas gaat open en de wanten uit.

Een boom aan de kant van de weg, bijna overhellend door het gewicht van al die bossen mistletoe!

Halverwege komen we dit bordje tegen met een citaat van Jean Giono, een Franse schrijver en dichter. Met zo’n tekst kunnen we het natuurlijk alleen maar eens zijn!

Een mooi rondje van zo’n veertien kilometer. Als je dan moe maar voldaan en met rode gloeiwangen tevreden thuis komt, smaakt een kop erwtensoep extra lekker.

Benen strekken

Alsof we al niet genoeg wandelboekjes in de kast hebben staan, zijn we onlangs bij het Office de Tourisme langs geweest en hebben we weer een nieuw boekje met randonnées aangeschaft. Nu eentje met tochten rondom Vernoux-en-Vivarais, net weer even een andere omgeving dan hier.

Onderweg kom je altijd mooie plaatjes tegen. Wat dacht je van dit opknappertje waar de takken van een boom zich uit het raam wringen, op zoek naar licht. Doet ons denken aan ons eigen opknappertje van zo’n twintig jaar geleden; een bouwval waar de bomen door het dak groeiden.

Ik houd helemaal niet van fluweelbomen maar nu de bladeren ervan zo’n vlammende herfstkleur vertonen, mag hij wat mij betreft op de foto. Ook die roos staat hier nog volop te stralen. 

Een stukje verderop lopen we door een bomenlaantje waar het net lijkt alsof deze boom behangen is met hoefijzers! Gelukkig niet alleen naar beneden hangende hoefijzers maar ook rechtopstaande. Om het geluk te vangen en te behouden hoor je namelijk een hoefijzer altijd met de open kant naar boven op te hangen, want anders valt het geluk eruit! 

Een mooie ‘zondagswandeling’ zo. Niet te lang, niet te ver en niet te zwaar.

De Gerbier op

Ook dit is weer een traditie. Als we gasten hebben, proberen we hen altijd mee te lokken naar de Gerbier de Jonc. Het is maar een uurtje rijden bij ons vandaan en door de hoogte ook net een paar graden minder warm en dat is wel lekker met de huidige temperaturen. We zijn vroeg weggereden, want deze berg is een populaire toeristische attractie. Hoe later je komt, hoe meer je op een gegeven moment als een lange rij mieren achter elkaar omhoog kruipt en dat willen we natuurlijk niet.

Iedere keer is het weer genieten als je dan na wat klim- en klauterwerk boven aankomt. Vanaf zo’n dikke 1500 meter hoogte kun je alle kanten opkijken en met dit heldere weer is het uitzicht grandioos! 

Aan de voet van deze Mont Gerbier de Jonc bevindt zich de oorsprong van de rivier de Loire. Er schijnt wat discussie te zijn over de precieze plek. Bij een voormalige boerderij die nu als winkel is ingericht, hangt een bord waarop aangegeven is dat de Loire hier begint. Bij de ingang word je verwelkomd door het geluid van kabbelend water dat via een pijp uit de muur komt en in een grote bak stroomt. Dit water zou uit dezelfde bron komen als waaruit de Loire is ontstaan. Maar een stukje verderop moet ergens in een weiland een bordje staan waarop aangegeven is dat juist daar de echte oorsprong van de Loire zich bevindt. Hoe dan ook, dit hele gebied is mooi genoeg om als rivier ‘geboren’ te worden. De Loire komt uiteindelijk ruim 1000 kilometer verderop uit in de Atlantische Oceaan, bij de plaats Saint Nazaire.

Verboden toegang

Tijdens een wandeling pas geleden, kwamen we dit bord tegen. Het is misschien hier ooit neergezet toen er op dit pad nog geen enkele bramenstruik of brem of wat dan ook voor weelderig groeiend gewas te bekennen was maar nu heeft de tekst op dit bord vast geen enkele waarde meer. Ik denk niet dat er mensen zijn die hier doorheen willen ploeteren. Wij dus ook niet!