Via een omweg

Afgelopen vrijdag hebben we, voor eventjes, afscheid genomen van onze berg en zijn we bepakt en bezakt op pad gegaan. Het uiteindelijke doel was Utrecht maar we hebben de reis ernaartoe wat in stukken gehakt. De eerste stop deden we in de Dordogne waar we de verjaardag van mijn zus hebben gevierd. Ze hadden in de buurt van Bergerac een huisje gehuurd in een compleet gerestaureerd hameau en vonden het gezellig als wij ook van de partij zouden zijn. Daar hoefden we natuurlijk niet lang over na te denken en ach, via de Dordogne naar Nederland kan natuurlijk ook.

Mooie huisjes in een lichtere kleur steen dan bij ons en met de kenmerkende ‘knik’ in het dak.

Altijd leuk om even over de zaterdagse markt te slenteren. Je kunt zien dat de herfst al in aantocht is. Diverse kastanjes en hazelnoten worden alweer aangeboden. En kijk eens, er worden daar nog steeds mondkapjes gedragen in tegenstelling tot hier in Nederland, hebben we vandaag gemerkt.

Kisten vol met kleurige kalebassen en pompoenen liggen hier mooi te wezen. Die pompoenen in de vorm van een paddenstoel zijn bij ons favoriet.

Een van de straten in het centrum is uitbundig versierd met kleurige vlinders. We hebben maar bedacht dat deze speciaal ter ere van de jarige zus daar zijn opgehangen.

Na een gezellig weekend hebben we weer afscheid genomen van elkaar. Zij terug naar de Corrèze en wij richting Nederland.

We hadden niet zoveel zin om via Parijs te rijden, dus waarom dan niet kiezen voor een alternatieve route? Wellicht aangestoken door verhalen van vrienden die een weekje aan zee hebben gebivakkeerd, zijn we ook richting de kust gereden en uiteindelijk in Honfleur neergestreken. Een sfeervol vissersplaatsje dat je in de zomer, in verband met de vele toeristen, liever niet wilt bezoeken maar nu niet te druk maar precies gezellig druk was.

Een leuk hotelletje in het centrum vlakbij het haventje was zo geboekt. Dit is de voorkant van het hotelletje; nog niet echt bijzonder maar………….

als je dan via het toegangshek naar de binnenplaats rijdt, zie je deze wat appartementachtige hotelkamers.

Rondom het haventje liggen diverse restaurantjes die de heerlijkste visgerechten aanbieden. Wat dacht je van een plateau ‘fruits de mer’! We zagen in ons hotel een folder liggen met smakelijke foto’s ervan en dan ben je natuurlijk verkocht. Het is even peuteren geblazen en je moet niet bang zijn om vieze handen te krijgen maar lekker dat het is!

Na de volgende dag voldoende zeelucht te hebben opgesnoven zijn we rustig op ons gemak naar Nederland gereden. Eens kijken of we op de terugweg ook weer een leuke alternatieve route kunnen verzinnen. Maar eerst gaan we hier in Nederland genieten van alles en iedereen!

Bezoek aan de waterval

Gisteren zijn we ‘en route’ geweest. Volgens de ‘weerapp’ zou het zonnetje ‘s ochtends nog volop schijnen, dus zijn we al vroeg vertrokken om daar van te kunnen profiteren. De Ardèche heeft diverse bekende ‘highlights’ waaronder bijvoorbeeld le Mont Gerbier de Jonc, die grote molshoop van basalt waar de rivier de Loire ontspringt of le Pont d’Arc, een soort natuurlijke brug over de rivier de Ardèche maar ook les Cascades du Ray-Pic, de beroemdste watervallen van deze streek. We moeten trouwens eerlijk opbiechten dat we deze watervallen nog nooit eerder hebben bezocht. Als door de vele regens van afgelopen tijd ons watervalletje hier op ons terrein al veranderd was in een heuse waterval, dan zou die van Ray-Pic zeker voldoende water moeten hebben, bedachten we. De moeite waard dus om er nu maar eens een bezoekje aan te wagen. We werden niet teleurgesteld: een prachtige plek en meer dan voldoende water dat naar beneden stortte.

Pas geleden is er een onderhoudsploeg bezig geweest met het snoeien en zagen van enkele bomen om zo vanaf de boven gelegen weg een beter zicht te kunnen hebben op de watervallen.

De oorsprong van al dat water bevindt zich in de verderop gelegen plaats Lachamp-Rafaël. Vanuit dit dorpje ontspringt een klein bergstroompje dat in een later stadium overgaat in de rivier la Bourges. Deze rivier perst zich hier door de basaltrotsen en zorgt zo voor twee mooie watervallen.

Om de watervallen van dichterbij te kunnen bekijken, zet je even verderop je auto op de parkeerplaats en loop je er via een slingerend pad door het bos naartoe. Vroeger kon je trouwens helemaal naar beneden lopen en was het zelfs mogelijk om een duik te nemen in het meertje onderaan de waterval. Nadat er in de zomer van 2009 enkele rotsblokken naar beneden zijn gevallen waardoor een zwemmer is verongelukt, zijn er voorzorgsmaatregelen genomen en is afdalen tot aan de waterval ten strengste verboden.

Via dit soort trappen, veelal gemaakt van boomstammen of houten bielzen en zo goed mogelijk passend in de natuurlijke omgeving, loop je door het bos richting de watervallen.

Een mooi tripje naar een mooie plek. Gelukkig waren we vroeg want toen we weer terug kwamen op de eerst heel rustige parkeerplaats, was er nu bijna geen plekje meer te vinden. Ook veel Fransen hadden op deze tweede Pinksterdag het plan opgevat om de watervallen te gaan bekijken. Wat zal het hier straks in de zomer, middenin het vakantieseizoen druk zijn!

Weekendje weg

Afgelopen weekend zijn we naar de Corrèze geweest. Zoals ik al wel eens eerder heb verteld, wonen mijn zus en zwager daar. Niet al te ver weg voor ons en nog steeds een mooie route om naartoe te rijden. Het weer was nu niet echt om over naar huis te schrijven; het hele weekend hadden we regen. Maar als je naar de beelden kijkt van de ravage in de omgeving van Nice, veroorzaakt door de ongekend zware en langdurige regenval en waarbij zelfs doden zijn gevallen, dan halen we het niet in ons hoofd om te klagen over ons verregende weekend! Daarnaast is een familiebezoek altijd gezellig; regen of geen regen. Onderweg in de Cantal, zo’n beetje halverwege de Corrèze en de Ardèche, reden we door een wat verlaten aandoend dorpje. Het gesloten café-restaurant dat vast wel betere tijden gekend moet hebben en het huis, gebouwd in die donkere streekgebonden stenen dat daar vlakbij te koop staat, passen qua sfeer heel goed bij het sombere weer.
Weer terug op onze berg, blijkt het heftige herfstweer hier wel te zijn meegevallen. Geen overstromingen, geen afgebroken takken op de weg en alle dakpannen liggen nog stevig vast op het dak. Het gras heeft in ieder geval genoten van al die regen; het begint zowaar weer wat groener te kleuren!

Sfeervol Saint Hilaire Luc

Nog wat foto’s van sfeervolle plekjes in Saint Hilaire Luc.

Een oude waterpomp met het kerkje op de achtergrond. Er kwam zelfs nog een piezeltje water uit de pomp!

De achtertuin van François, de eigenaar van de brocante.

Een oude waterpomp in bovenstaande achtertuin.

De enige boer in het dorpje. Iedere ochtend gaan de koeien vanuit de stal naar het wat verderop gelegen weiland om dan ’s avonds weer terug te keren.

Dankzij Corona komt er nu twee maal per week een bakker uit het verderop gelegen dorp om de bewoners van brood te voorzien. Met een beetje geluk blijft hij ook in de toekomst het dorp aandoen.

Terug van de Corrèze

Afgelopen dagen hebben we, wat betreft internet, in een ‘no go area’ gezeten, dus op het gebied van bloggen was het heerlijk rustig!

Ons gezellig familiebezoekje in de Corrèze zit er weer op. We zijn een paar dagen naar m’n zus en zwager geweest die in Saint Hilaire Luc wonen, een klein dorpje dat zo pak ‘m beet vijftien huizen telt. Vaak zie je dat deze nietige plaatsjes moeite hebben om overeind te blijven maar dat geldt zeker niet voor dit dorp. Een clubje enthousiaste bewoners, ‘les amis de Saint Hilaire’ en een voortvarende burgemeester doen er alles aan om het op de kaart te zetten. Zo worden er bijvoorbeeld in het kleine kerkje regelmatig exposities georganiseerd.

Naast de kerk is nog niet zo heel lang geleden de oude four (broodoven) in ere hersteld.

Het aangrenzende pand, lange tijd een ruïne, is ook aangepakt. ‘Le Carré du Fournil’ est le lieu de nombreuses manifestations, activités culturelles artistiques variées et concerts et conférences / lectures’, zo staat te lezen op een bord bij deze ruimte. De stoelen staan er alweer klaar voor.

De oude wasplaats wordt iedere zomer sfeervol ‘aangekleed’ met linnengoed uit de oude doos dat daar dan aan de waslijn hangt te drogen.

Daaraan grenzend ligt ‘le Pré Clos’, een weiland van ettelijke vierkante meters groot met diverse bloemen en planten en toegankelijk voor iedereen. Regelmatig wordt er door vrijwilligers een dag georganiseerd om het weiland met snoeischaren, bosmaaiers, harken en ander tuingereedschap te lijf te gaan.

Ook is er een restaurantje aanwezig dat gevestigd is in een pandje dat ooit door de gemeente is aangekocht en gerestaureerd en nu gepacht wordt door een culinair echtpaar. Iedere keer als we op familiebezoek zijn, gaan we er wel een keertje eten!

Het restaurant is zowel binnen als buiten met mooie oude spulletjes van François, de eigenaar van de plaatselijke brocante, sfeervol ingericht.

Ieder jaar wordt er op 15 augustus (Maria Hemelvaart) in en om het kerkje een uitgebreid feest georganiseerd met toneel en zang, zo professioneel dat een grote stad er jaloers op zou zijn.

Tjonge, als ik m’n verhaal zo terug lees, lijk ik wel bijna een of ander iemand van het ‘office de tourisme’ die reclame maakt voor dit dorp! Het belangrijkste is natuurlijk dat mijn zus en zwager hier wonen maar daarnaast komen we er ook graag omdat het een erg sfeervol dorpje is. Wat ons betreft zou het zo aan de lijst met ‘Villages de Caractère’ toegevoegd kunnen worden!

Weer even ‘en route’

Morgenochtend gaan we weer voor een familiebezoekje een paar dagen naar de Corrèze. Trouwe lezers weten dat we dat eigenlijk ieder jaar wel doen. Zodra mijn zus en zwager weer neergestreken zijn op hun Franse stek, krijgen we de kriebels en spreken we wat af. De ene keer komen zij bij ons in de Ardèche en de andere keer verblijven we bij hen in de Corrèze. Nu heeft het door Corona allemaal wat langer geduurd voordat we in de auto konden springen maar……..het kan weer!

Het is wel grappig om te zien hoe mensen heel verschillend omgaan met bezoek in Coronatijd. De een is echt nog heel erg voorzichtig en komt amper buiten de deur en de ander gaat er wat gemakkelijker mee om. Gisteren waren we door vrienden uitgenodigd voor een apéro. Ze hadden daar speciaal een mooie zonnige dag voor uitgezocht zodat we in de tuin konden zitten. Onze vrienden zaten aan de ene kant van de tuin en een paar meter verderop, aan de andere kant van de tuin, stonden voor ons een paar stoelen klaar. De drankjes en hapjes werden op een tafeltje in het midden van de tuin geserveerd en konden we zelf daar vanaf halen. Ach, we moesten iets harder praten maar het was er niet minder gezellig om. Eens kijken hoe we het morgen gaan doen. M’n laconieke zus kennende zal het allemaal wel los lopen, hooguit geen ‘gehug’ dit keer.

Deze oude beduimelde (heerlijk woord!) kaart, door vele meters plakband bij elkaar gehouden, vol met strepen, aantekeningen en omcirkelde plaatsen ligt al klaar. We gaan vroeg op pad, pakken een binnendoor route, drinken ergens koffie, kopen bij de boulangerie een lekker vers croissantje en staan keurig omstreeks lunchtijd op de stoep.

Als uitsmijter

Weer teruggaan naar onze berg zonder plaatjes van al die bergmarmotten om ons heen, kan natuurlijk niet. Het blijft altijd leuk om ernaar te kijken. Dus als uitsmijter hierbij wat foto’s. Toch raar eigenlijk; waarom vind ik nu die bergmarmotten wèl leuk en griezel ik van muizen en ratten?

Witte bloeiers

Al wandelend hier kom je allerlei bloeiend spul tegen in de meest mooie kleuren. Overweldigd door al die kleuren zou je deze bescheiden ‘witjes’ bijna over het hoofd zien. In onze gîte ligt het boekje ‘Fleurs de Montagne’. Een genot om daar even doorheen te bladeren en alle mooie plaatjes te bekijken. Heel wat van die planten uit het boek komen we tijdens onze wandelingen ook tegen.

Deze witte bloeiers op onderstaande foto’s luisteren naar de volgende fraaie Latijnse namen: Paradisea liliastrum, Narcissus poeticus en Anemone narcissiflora maar de Franse namen uit het boekje vind ik eigenlijk wel net zo mooi klinken. Lis de Saint Bruno of Lis des Alpes, Narcisse des poètes en Anémone à fleurs de narcisse. Nu nog de namen erbij waar ze in Nederland naar luisteren en dan hebben we alles weer compleet.

Paradijslelie.

Dichtersnarcis, fazantenoog-of pauwenoognarcis.

De bloem van die spierwitte narcis ziet er trouwens niet alleen maar heel mooi uit maar ruikt ook nog eens heerlijk!

Narcis anemoon.

Overtuigd

Oké, we zijn om. Leve de wandelstokken!

In gezelschap van een zonnetje en wat vriendelijke witte wolken, zijn we vanmorgen al vroeg vertrokken voor een mooie tocht. Wel wat inspannend door de vele stukken sneeuw waar we doorheen moesten ploeteren. Die wandelstokken zijn misschien toch nog niet zo gek hier in dit gebied, bedenken we! 

Hier zijn we op ‘Col de Vieux’ beland. Tijd voor even een slok water en een ‘oplaadreep’.  Ver onder ons zien we het bergmeer ‘Lac Foréant’ liggen. Al kijkend naar de steeds grijzer wordende lucht, laten we vandaag dat meer daar ook maar lekker rustig liggen!

Een mooie tocht, tevreden over het lopen met de wandelstokken en op tijd weer afgedaald, achtervolgd door steeds donker wordende wolken waaruit zelfs een enkele witte sneeuwvlok kwam dwarrelen.

Andere bergen

We hebben onze eigen berg even verruild voor een weekje met hele andere bergen, namelijk die van les Hautes Alpes. In een gîte op zo’n 2000 meter hoogte genieten we hier van al het moois om ons heen. Het weer is heel wisselend. We staan bijvoorbeeld op met een heerlijk zonnetje dat dan halverwege de dag verandert in een lucht met flinke grijze wolken waar wat regen uitvalt en zo tegen de avond doet de zon dan weer even opnieuw z’n best. Ach, als het zo de hele week blijft, zijn we helemaal tevreden.

We zijn vandaag vanuit onze gîte naar Saint Véran gelopen. Dit dorpje hebben we drie jaar geleden ook al eens bezocht maar toen met de auto. Nadat we de wandelkaarten goed hadden bestudeerd, bleek dat die tocht best per benenwagen te doen zou zijn. Voldoende proviand mee, regenjassen in de rugzak en natuurlijk onze nieuwe wandelstokken! We zijn volop aan het oefenen met die dingen. Je merkt vast wel aan de manier waarop ik die stokken aanduid, dat ik er nog niet helemaal blij mee ben. In plaats van dat ik lekker om me heen kijk, staar ik nu meest van tijd naar beneden om die stokken goed neer te kunnen ‘planten’. Nu ja, het zal vast wel wennen.

Het dorpje Saint Véran. Een nauw straatje met van die huizen die echt in deze streek thuishoren. Veel donker verkleurd hout en daken met dikke plakken leisteen.

In het plaatselijke kerkje wordt ook aandacht besteed aan de Corona maatregelen. Zo is er hier voldoende afstand tussen de kerkgangers gecreëerd: op de ene bank mag men plaats nemen, de ander is afgesloten.

De tekst ‘ne pas utiliser’ (niet gebruiken) zou natuurlijk ook op die wat vettige pet kunnen slaan die daar vergeten hangt!

Het ziet er eigenlijk best wel wat luguber uit, zo’n hand uit de muur die een kaars vasthoudt.

Weer terug naar onze gîte. Je ziet aan de grijze lucht dat het weer aan het veranderen is. Nèt voor de bui waren we binnen. Op onderstaande foto kun je helemaal rechts (met wat inspanning) ‘ons’ huis zien liggen, helemaal aan de rand van het gehucht. Een huis waar je, als je de voordeur uitstapt, direct aan een mooie wandeling kunt beginnen.